Voedingskeuze gedurende eerste levensmaanden: aanbevolen volgorde en contra-indicaties voor moedermelk
Om een pasgeborene te voeden is moedermelk de eerste keuze. Hieronder begrijpen we moedermelk van de eigen mama aan de borst (voorkeur) of afgekolfd, of moedermelk van een donor (aan de borst of afgekolfd). Kunstmelk komt op de laatste plaats. Dit is de volgorde die aanbevolen wort door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en UNICEF.
In een aantal specifieke situaties moeten we aandachtig zijn bij de keuze van de melkvoeding. Bij specifieke maternale infecties of ziekten, zoals een moeder die HIV-positief is, aan actieve tuberculose lijdt, of een andere ondermijnende ziekte heeft (bvb een kanker die behandeld wordt met medicatie die niet compatibel is met borstvoeding) is het af te raden dat de moeder haar eigen moedermelk aan de zuigeling geeft. Donormelk is dan eventueel wel een optie. Bij HIV-positieve moeders kan het eventueel wel wanneer de virale lading onder de meetbare drempel teruggevallen is.
Ook druggebruik (cocaïne, heroïne, marihuana) of ernstig alcoholisme bij de moeder is een contra-indicatie voor het zelf geven van borstvoeding. Een verleden van druggebruik is niet per se een contra-indicatie voor borstvoeding, tenzij er een hoog risico op herval bestaat, of de moeder in kwestie nog substituten neemt (vb methadon).
Bij bepaalde aandoeningen van de baby zoals congenitale lactose-intolerantie, galactosemie of fenylketonurie (zie verder) is moedermelk, zowel van de eigen moeder als van een donor, geen optie.
Bij extreme prematuren (< 34 weken) en ernstige dysmaturiteit bevelen we aan om afgekolfde moedermelk te verrijken met eiwit- en mineraalsupplementen zolang het kind niet aan de borst kan drinken.
Bron: https://www.cdc.gov/breastfeeding/breastfeeding-special-circumstances/contraindications-to-breastfeeding.html
Gerelateerde artikels
Eline Tommelein
Met Eline als lesgever heb je een echte multidomein docent te pakken. Ze legt zeer goed verbanden en is een kei in multidisciplinaire samenwerkingen. Ze brengt structuur aan in de veelheid van informatie die zorgverleners soms overspoelt en dringt snel door tot de essentie. Ze inspireert, zet aan tot actie en dit alles binnen een ontspannen, respectvolle en open sfeer.
Elke deelnemer naar huis laten gaan met praktische informatie waarmee ze onmiddellijk aan de slag kunnen, daar ga ik voor.
- 2011 – MSc Geneesmiddelontwikkeling (UGent, BE)
- 2012 – Klinische Chemie Cyclus (PAO-farmacie, NL)
- 2015 – PIAF cyclus Medicatiebeoordeling (PAO-farmacie, NL)
- 2016 – Doctor in Farmaceutische Wetenschappen (UGent, BE)
- 2018 – Erkend tabakoloog (VRGT, BE)
- 2018 – Farmacogenetica cyclus (PAO-farmacie, NL)
- 2020 – Postgraduaat Lactatiekunde (BE)